Zit jij ook weleens op de bank te scrollen door perfecte interieurplaatjes? Je ziet die warme zithoek, dat walnoothouten kastje en denkt: "Wauw, alles klopt gewoon, zó wil ik dat mijn huis óók voelt." Maar dan kijk je om je heen en alles voelt zo bij elkaar geraapt. Al jaren zoek je naar die eenheid en warmte, maar het lukt maar niet.
Ik snap het. Het is frustrerend, omdat het voelt alsof je een duidelijk concept mist.
Maar wist je dat al die perfecte Pinterest-plaatjes iets gemeen hebben? Ze volgen een natuurlijke filosofie die onbewust zorgt voor die rust en eenheid.
En die filosofie is de oplossing voor jouw interieur: Biophilic Design.
Het klinkt misschien als een ingewikkelde term, maar de basis is eigenlijk heel simpel en menselijk. Het komt van ‘biofilie’, wat letterlijk ‘liefde voor alles wat leeft’ betekent. Een concept dat al eeuwenoud is, maar die we in onze moderne, versteende wereld soms een beetje zijn kwijtgeraakt.
Wij mensen zijn gemaakt om in de natuur te zijn. Je merkt het waarschijnlijk zelf ook: na een wandeling in het bos of over het strand voel je je rustiger, vrolijker en helderder. Dat gevoel wil ik niet beperken tot buiten, dat wil ik juist in jouw huis brengen. Ik zorg ervoor dat je huis net zo fijn en opgeladen voelt als een knus bos- of strandhuisje.
Bij het ontwerpen kijk ik daarom naar drie lagen om de natuur in huis te halen en na te bootsen:
1. De natuur direct ervaren: Hierbij gaat het om echt contact maken met de elementen. We halen letterlijk leven in huis. Dit gaat niet alleen over een mooie plant, maar over het prikkelen van je zintuigen. Denk aan de invloed van natuurlijk daglicht dat verandert gedurende de dag, frisse luchtstromen en het zien van beweging, zoals wuivende bladeren of de weerspiegeling van water. Je voelt de verbinding met buiten en het ritme van de dag en de seizoenen, gewoon vanuit je woonkamer.
2. Natuurlijke vormen en materialen: Omdat we niet altijd buiten kunnen zijn, haal ik de natuur ook op indirecte manieren naar binnen. Ik kies voor natuurlijke materialen, zoals hout, wol, linnen en natuursteen. Daarnaast gebruiken we vormen die je in de natuur ook ziet: geen harde, rechte lijnen, maar zachte, organische vormen en patronen die fijn voelen om aan te raken en rust geven aan je ogen. Het is een subtiele herinnering aan de natuur, zonder dat het letterlijk een bos is.
3. Ruimte en geborgenheid Dit gaat over ons oerinstinct: hoe bewegen we ons door een huis? Volgens de natuur hebben we behoefte aan twee dingen: 'uitzicht' en 'toevlucht'. In je interieur betekent dit dat ik zorg voor verre zichtlijnen (overzicht en ruimte), maar tegelijkertijd veilige, knusse plekken creëer waar je je beschermd voelt. Een huis moet logisch voelen, als een plek waar je intuïtief de weg vindt en waar je veilig kunt landen.
Het resultaat is een interieur dat niet alleen mooi is voor het oog, maar dat ook echt iets doet voor je welzijn. Een plek waar je vanzelf tot rust komt.